LIST
LIST
​
LIST staat voor Lees Interventie-project voor Scholen met een Totaalaanpak.
Maar de afkorting wordt door LIST-scholen ook wel vertaald naar Lezen IS Top, omdat binnen deze methodiek leesmotivatie de grootste sleutel is tot het vloeiend en vlot kunnen lezen van teksten.
​
Het is geen leesmethode die je zo kan aanschaffen, maar een leesmethodiek waarmee je aan de hand van leesboeken kinderen leert lezen en leesplezier laat ervaren.
List binnen onze school
Voorbereidend lezen in de kleuterklas
Bij het voorbereidend lezen werkt LIST met een essentieel thema vanuit een prentenboek.
Hieraan worden geletterde activiteiten gekoppeld, maar het LEESPLEZIER is ook zeer belangrijk!
Voor, tijdens en na het voorlezen stelt de leerkracht een denkvraag om de kinderen te laten nadenken en te laten redeneren over de diepere betekenis van het verhaal. De leerkracht leest de prentenboeken meerdere keren voor en stelt telkens op een ander niveau denkvragen.
Tijdens het interactief voorlezen werk je aan doelen als het vergroten van de woordenschat, het inzicht in zinsbouw, verhaalbegrip, de communicatievaardigheid en boekoriëntatie. Door herhaling worden de nieuwe woorden beter eigen gemaakt en doorgronden de kinderen de verhaallijn. Bij verwerkingsopdrachten kun je al die nieuwe kennis gebruiken en daarbij ook nog werken aan rekenen, muziek, techniek, handvaardigheid, enz.
​
Aanvankelijk lezen in L1
Bij het aanvankelijk lezen gebruiken we de methode als bron.
De lettervolgorde van de methode blijft van belang en de leesboekjes die bij de aanvankelijk leesmethode horen gebruiken we als leesmateriaal.
Centraal staat het leesplezier, een passend aanbod bij het niveau van het kind en creatief schrijven.
Na de instructie van de nieuwe letter oefenen de leerlingen onder begeleiding van de leerkracht met het lezen en schrijven van woorden met de nieuwe letter. Daarna leest de leerkracht teksten met de nieuwe letter stukjes voor en daarna lezen de leerlingen in koor dezelfde tekst. Tot slot lezen de leerlingen in tweetallen de geoefende tekst.
Tijdens een lesdag leest de leerkracht een kwartier per dag voor en lezen de leerlingen daarnaast ook zelfstandig in boekjes. De leerkracht houdt regelmatig een boekenbabbel. Daarnaast wordt er ook tijd besteed aan creatief schrijven.
​​
Lezen in L2 tem L6 (voor sommige leerlingen ook al einde L1)
Tijdens het voortgezet lezen van L2 tem L6 lezen de leerlingen in zelfgekozen boeken.
Afhankelijk van hun niveau lezen ze met een tutor, met een leeftijdsgenoot of lezen ze stil.
We werken groepsdoorbrekend met HOMMEL-klassen (hardop ondersteund lezen) en STILLEES-klassen.
Drie keer per week start de leesles met een boekenbabbel (ook wel mini leesles genoemd). Het doel van een boekenbabbel is boekpromotie van verschillende genres, ontdekken van de structuur in fictie-boeken en bovenal het vergroten van de leesmotivatie.
​
Boekenbabbel
De boekenbabbel wordt ook wel mini leesles genoemd.
Na twintig minuten lezen kom je terug op de leesvraag die tijdens de mini leesles gesteld is.
Dit activeert alle leerlingen om na te denken over hun boek.
Elke boekenbabbel is anders en duurt maximaal 5 minuten. Het is bedoeld om de kinderen te motiveren om te gaan lezen en hun aandacht op bepaalde aspecten te richten. Aan het einde van deze 5 minuten geef je de kinderen een leesopdracht mee. Daarna lezen ze 20 minuten.
Voorbeelden van deze leesvragen ​
-
Het boek "Superhugo gaat van start"
Als Hugo thuiskomt is hij zo moe dat hij zijn ogen bijna niet open kan houden. Lees bladzijde 38 ‘Het is al…’ t/m bladzijde 41 ‘…open kan houden.‘ voor.
Leesvraag: Is er in jouw boek iemand die heel erg moe is? -
Het boek "Waanzinnige boomhutverhalen"
Het boek zit vol fantasie. Lees bladzijde 20 ”Hé, Andy’, zei Terry…‘ t/m bladzijde 23 ‘…de toverstaf het bos in.‘ voor.
Leesvraag: Zitten er in jouw boek momenten waarvan je weet dat die niet in het echt kunnen gebeuren? -
Het boek "De brief voor de koning"
Tiuri moet een geheim bewaren. Lees bladzijde 18 ‘Ik zal het doen…’ t/m ‘… goed voor‘ voor.
Leesvraag: Welk geheim hebben de personages van jouw boek?
​
HOMMEL- en STIL-leesklas
In een zogenaamde HOMMEL klas lezen de kinderen in tweetallen.
De meeste kinderen lezen met een klasgenoot. Dit heet duo-lezen.
Kinderen die meer ondersteuning nodig hebben lezen met een kind dat al wat vlotter leest. Dit heet tutorlezen. Ook zijn er STIL leesklassen, waar alle kinderen stillezen. Tijdens de 20 minuten lezen voert de juf op zachte toon leesgesprekjes, begeleidt ze de tweetallen en de tutoren en/of leest ze een gedeelte van de les zelf (model staan).
​
Nabespreking
Na deze 20 minuten lezen heb je nog 5 minuten over om de les af te sluiten door terug te komen op je leesopdracht. Op de dagen dat er geen boekenbabbel is, sluit de juf de les af door vragen te stellen over leesmotivatie, concentratie, samenwerking, moeilijkheidsgraad of boekpromotie.
​
​
​